安雨雯 Annekee

安遊記

ān yóu jì · travel notes van Annekee

Taipei ’23 – dag 4: Ziek

Ziek. De hele nacht liggen draaien. Dan weer badend in het zweet wakker, dan weer te koude voeten in een eigenlijk te kort bed waardoor mijn tenen in het luchtledige hangen. Ik vind de nacht hels en het feit dat ik alleen ben nog helser. Ik vraag me elk wakend moment af hoe ik dit morgen ga doen en hoop alleen maar dat ik niet ontzettend ziek wakker word. Dat bleek half zo te zijn.

Waarschijnlijk komt dit ook enigszins door de heftige airco. Dat moet ook wel, want zoals je op de foto van vandaag kan zien is het als ik de kamer binnenkom binnen 33 graden.

Lief publiek, ik ga jullie geen twaalfhonderd woorden lang laten lezen over mijn misère. Dat vind ik wat cru. Maar, ik heb zowaar wel íets beleefd vandaag.

Het was namelijk mijn eerste schooldag. Nou ja, voor zover je twee uur les een schooldag kan noemen. Ik vind het wel prima, ik ben hier ook voor mijn rust. Je vraagt je vast af welke idioot naar een megastad gaat voor de rust (aanname, ja, komt me uit voor mijn verhaaltje). Nou, ik dus. Ik ben hier vijf weken, meer dan lang genoeg om alles twee keer te doen, dus ik hoef niet elk moment te benutten als Tony (of Tina) Toerist. Korte schooldagen passen wel in dat plan.

Om 12 uur meld ik mij bij de school. Ik voel me goed genoeg om dat te ondergaan. Of eigenlijk nèt niet te slecht. Ik krijg een boek in mijn handen gedrukt en mijn metropas wordt geactiveerd zodat ik zelf de deur open kan doen (bijzonder systeem, geloof niet dat je in Nederland je school in komt met je OV-chipkaart). Vervolgens word ik een klaslokaal ingejast en daar zit ik dan, in m’n uppie. Dat duurt niet lang. Al gauw zit het minuscule lokaaltje ramvol met zes leerlingen en één docent. Twee uur lang hoor ik Chinese klank na Chinese klank. Dat is ook precies de reden dat ik hier ben: luistervaardigheid. Met lezen en schrijven zit het namelijk wel goed, dat kan ik zelf wel. Ik klets vrolijk mee en bekijk ondertussen met wie ik in de klas zit. Vier Amerikanen (dat is te horen) en één Zwitserse. Ze lijken aardig en ze zijn ongeveer van mijn leeftijd. Eentje poetst z’n tanden niet. Daar ga ik morgen dus niet naast zitten, gatverdarrie. Dat lokaal is veel te klein voor dat soort fratsen.

Om 2 uur zijn we klaar. Ik vind het prima. Diet wacht mij op bij het lokale metrostation en we lopen langzaam een paar straten door. Ik heb keelpijn dus koop een ijsje, Diet doet mee. Het ijsje smaakt me wel omdat het koud is, maar het koekje er omheen is niet te vreten. Vervolgens drinken we koffie in een naar zweet ruikend tentje waar allerlei Taiwanezen druk achter computers met schema’s erop zitten. Ziet er allemaal heel slim en ingewikkeld uit, ze passen voor mij zo in de bibliotheek van de TU Delft.

Vervolgens kopen we een broodje, dat eten we op mijn kamer op. Ik knap af. Alles doet me pijn en ik heb nergens zin in. Het voelt grieperig, maar ook weer niet helemaal. Ik denk oververmoeid. Ik besluit verder niets meer te doen vandaag en ik hang de hele middag op mijn kamer. Nadat ik met thuis heb gekletst ontdek ik dat de nieuwe banen van Mario Kart op de Switch best wel erg leuk zijn, en de nieuwe figuurtjes ook. Ik speel ze allemaal een paar keer, maar met halve aandacht. Ondertussen staat er als achtergrondgeluid een YouTube-filmpje aan.

Rond een uur of 9 loop ik nog even naar de supermarkt om wat yoghurtjes te kopen. Ik neem een douche en ga hangen op bed, de moeheid ondergaan. Hopelijk morgen beter!