安雨雯 Annekee

安遊記

ān yóu jì · travel notes van Annekee

Taipei ’23 – dag 22: De mond gesnoerd

Vanochtend ben ik naar school geweest. Drie van de zes mensen in mijn klasje waren vandaag voor het laatst, dus het was een soort van halve afscheidsdag. De één blijft hier langer dan de ander. Sommigen maar twee weken, anderen zijn ook hier eindeloos student. Dat ben ik alleen maar thuis, hehe. 😇

Gelukkig heeft onze docent door dat wij ons klasgenootje dat zijn mond niet kan houden niet heel erg meer waarderen. Ik denk zij zelf eigenlijk ook niet. Kan me niet voorstellen dat er op deze wereld één weldenkend sociaal bewust mens is die dit wel oké vindt. Als we om de beurt iets moeten doen plaatst ze hem strategisch aan het eind. Godzijdank. Dan kunnen wij tenminste wél praten. Vandaag moesten we doen alsof we gingen solliciteren voor een baan. Per persoon werden er twee klasgenootjes aangewezen die dan vragen moesten stellen. Dat duurde al met al best lang, en oh, wat een pech. Om kwart over 11, toen de les klaar was, was er één iemand nog niet aan de beurt geweest. Tsja, geen tijd meer.

Dit klinkt allemaal heel gemeen en onaardig, daar ben ik mij bewust van.

Maar het is nodig. Geloof me. De andere optie is namelijk gewoon een keer hardop zeggen: “Please shut the fuck up, we do not appreciate you talking for hours.” En dat gaat mij nog net wat te ver.

Ik ben er ook achter dat als hij je een vraag stelt en je het antwoord zo ingewikkeld en onsamenhangend maakt dat hij het niet meer snapt, hij gewoon antwoordt met “Hao!” (oké) en niet zelf nog een ellenlang verhaal begint over hoe hij in zijn leven ook ooit iets heeft meegemaakt wat dan vaag gerelateerd is aan wat je net zelf verteld hebt, maar natuurlijk altijd erger of mooier is. Toegeven dat ‘ie het niet snapt doet blijkbaar pijn, dus dat doet ‘ie niet. Dus mijn doel is nu om mijn antwoorden standaard zo ingewikkeld te maken dat hij het niet meer snapt en de rest wel. Gelukkig is dat redelijk makkelijk: zijn Chinees is verschrikkelijk.

Na de les komt ‘ie naar me toe om me mee te delen dat hij vindt dat mijn Chinees de afgelopen drie weken wel erg vooruit is gegaan. Hij kon me namelijk eerst niet verstaan, en nu wel. Ik antwoord: “I’m glad you think that way” en zeg verder niets. Hij gaat op zoek naar zijn volgende slachtoffer. Prima, opgeruimd staat netjes. Het is echt niet leuk.

Maar, nu voor het leuke!

Mijn andere klasgenootjes zijn wel hartstikke leuk. En lief. En gezellig. Wij maken het met z’n vijven (en vanaf volgende week met z’n tweeën) gewoon leuk in de les, dat komt wel goed! Ik moet nog iets vragen aan de receptie van de school, dus iets later dan normaal loop ik het gebouw uit en sla linksaf om wat te lunchen te gaan zoeken. Daarna nog een keer linksaf, Shida Road op. Daar is vast wel wat. Dan hoor ik achter mij rennende voetstappen. Ik stap maar opzij. Geen idee wie het een goed idee vindt om om half 12 in 33 graden in Taipei te gaan hardlopen, maar ik wens ze alvast veel plezier. Vlak achter me stopt het geren echter. Ik hoor mijn naam.

Verbaasd kijk ik achter me. Twee van de klasgenootjes waar ik gisteren hotpot mee heb gegeten zijn me achterna gerend, of ik zin heb om samen wat te lunchen. Natuurlijk! Ze hebben me blijkbaar de hele tijd geroepen, maar ik heb echt helemaal niks gehoord. Ik vind het lief dat ze zo hard hebben gerend om me in te halen. 😃 Bij weer een of ander leuk tentje eten we wat. Er is ook nog eens ijs toe, yum! Het zijn twee leuke mensen om mee te praten, dus in de anderhalf uur dat we zitten te eten verveel ik me totaal niet. Dit is leuk!

Na het eten ben ik eigenlijk best moe. Ik heb helemaal ruk geslapen. Deels door mezelf, en deels door de harde wind. Het waaide zo ongelooflijk hard vannacht, ik hoorde allemaal rotzooi (zand, aarde, vuil) tegen mijn deur aan vliegen. Echt niet leuk. Ik bleef er wakker door. Ondertussen deed mijn lieftallige kamergenootje tussen 12 en 2 nogal vaak het licht aan in de gang boven, en laat er nou net een raam zijn tussen die gang en mijn kamer. Door dat raam kan je niet kijken, het is van dat bolle glas, maar het licht gaat er wel heel goed doorheen. Als je daar bent dan is het natuurlijk nodig dat dat licht aan is, dan mem ik er niet over. Alleen is ze er niet, ze laat het gewoon aan en gaat naar haar kamer. Als ik het uitdoe, is het een kwartier later weer aan. Na een paar keer ben ik het spuugzat en ga ik vragen of ze het alsjeblieft uit wil doen als ze er niet is en het is na 12 uur ‘s nachts. Natuurlijk doet ze het niet expres, want ze heeft dat raam gewoon niet gezien. Snap ik ook. Alleen ik was het zat, want kon niet slapen, en moest weer vroeg op. Gelukkig is het nu opgelost.

Naja, terug naar de middag. ‘s Middags hang ik wat op mijn kamer. Kletsen met thuis. Is fijn (en even nodig…). Rond half 6 krijg ik honger, dus etenstijd. De lokale night market it is, naar het tentje wat ik ken. Heb geen zin om na te denken. Al etend kijk ik het Taiwanese nieuws. Dat gaat van 5 uur ‘s middags tot 8 uur ‘s avonds aan één stuk door, in de zesde versnelling, en het gaat alleen maar over de tyfoon. Allemaal overstromingen, mensen die met heel veel emotie vertellen over wat ze allemaal gezien hebben. Een drietal toeristen vonden het blijkbaar een goed idee om met een tyfoonwaarschuwing alsnog te gaan suppen. Op zee. Hoe dan? Op beeld zie ik de drie blonde hoofden door de Taiwanese kustwacht uit het water gehaald worden. Zo, die hebben me een geluk gehad!

Ik haal een toetje, milk tea. Het logo van het winkeltje is wel erg grappig, een omelet/ei dat door een deegroller wordt uitgerold en het geheel zelf allemaal heel angstig tegemoet ziet. Kijk zelf maar, dat spreekt meer tot de verbeelding dan deze uitleg. Geen idee hoe ze erop zijn gekomen, maar ik vind het wel een leuk plaatje. Daarna ga ik nog even naar de stad, dus metro in. In de blauwe lijn word ik door een mevrouw aangesproken. Of ik wel weet waar ik heen ga, en of ik hulp nodig heb. Ze wil weten waar ik heen wil. Ik wil het niet vertellen. Ik vertrouw de mensen hier zeker wel, maar soms krijg je alsnog een heel gek gevoel bij iemand, en zij is er zo eentje. Ik wil sowieso geen Engels praten omdat de kans dan bestaat dat ze me helemaal niet meer alleen laat omdat ze Engels wil oefenen, dus dan maar in de metro met heel veel achtergrondherrie in het Mandarijn. “Ik ga naar de stad.” “Oh, dan moet je er bij het station uit.” Nou, dat station waren we op dat moment, en daar wilde ik er zeker niet uit. Dus ik antwoord maar dat ik dat niet wil, zelf mijn weg wel kan vinden, en gewoon wat ga rondlopen. Ik krijg nog een tekst terug die ik niet versta, dus ik zeg dat ik haar niet versta omdat er hier te veel achtergrondgeluid is. Da’s ook echt geen leugen, wat een teringherrie.

De reden dat ik hier niet zo heel blij mee ben is dat ik de vorige keer dat ik in Taipei was ook zo’n behulpzame local achter me aan heb gehad die heel graag Engels wilde proberen. Die keer was het een meneer. Ik moest een beetje onhandig overstappen. Ik hoefde namelijk maar vijf haltes, maar daar had ik wel drie metro’s voor nodig. Dan valt het wel op als de meneer bij metro drie nog steeds bij je staan en tegen je aan praat. Ik ben hem toen uiteindelijk kwijtgeraakt door eenmaal uit de metro een of ander straatje in te duiken, maar daar had ik nu écht geen zin in. Ben blij dat het zo ook is gelukt. Misschien had deze mevrouw helemaal niets geks, maar de hele situatie gaf mij een gek gevoel. En omdat ik hier alleen ben (alhoewel ik dat nooit zou vertellen) vind ik dat ik moet luisteren naar het gevoel in me wat zegt: “doe maar niet, dit is raar”.

Ik sluit de dag af met een witbiertje (daar heb ik het woord ook voor geleerd, yay, is 全麥) op mijn kamer. Beetje wouzen. Morgen weer geen wekker, en vanavond lekkerder slapen met een stuk minder wind.

拜拜 (bai-bai) Bye bye!

🧺