安雨雯 Annekee

安遊記

ān yóu jì · travel notes van Annekee

Taipei ’24 – Dag 31: Watervalmuziek

Zondag 5 mei

Als je nou aan mij vraagt: “Waar ben je vandaag allemaal geweest?” Dan antwoord ik: “Je kunt beter vragen waar ik niet ben geweest, want die lijst is korter.”

Een korte samenvatting van de dag volgens mijn telefoon: 18.000 stappen, ruim 10 kilometer, en 57 trappen beklommen. Nou, met hoe ik me aan het eind van de dag voel, klopt dat volgens mij wel.

Maar, het was wel echt een heel erg leuke dag! Vandaag was ik namelijk op stap met Bas en collega’s. De mensen van afgelopen vrijdagavond, die toen niet bij naam genoemd zijn. Bas is een vriend uit Nederland, die hier is voor werk. De kans om even met z’n allen op stap te gaan konden we natuurlijk niet laten liggen, dus ik heb voor deze zondag wat leuke dingen bedacht die we met z’n in totaal vieren konden gaan doen.

Om 11 uur spreken we af. Op metrostation 南京復興 Nánjīng Fùxīng, bij de bruine metrolijn, op het platform richting 台北南港展覽館 Taipei Nangang Exhibition Center, bij wagon 1. Dan gaan we richting station 大湖公園 Dahu Park. Vanaf daar gaan we een korte trail lopen, ongeveer 2,5 kilometer. De trail moet eindigen bij een watervalletje. Dat kan niet verkeerd zijn!

In de metro worden we goed aangestaard door vooral de man van een ouder echtpaar. Hij probeert wat in het Engels te zeggen, want drie best wel grote buitenlandse mannen met mij ertussen valt toch wel op. “INGLISH NO GOO” komt eruit. Toch probeert hij ons een fijne tijd in Taipei te wensen. Ik kan het enthousiasme van deze meneer wel waarderen, terwijl zijn vrouw zich plaatsvervangend half staat te schamen en half staat te kijken hoe wij reageren op zijn teksten. De metrorit duurt niet lang, ongeveer twintig minuten. 大湖公園 Dahu Park ben ik deze keer nog niet geweest, dus ik heb er nog geen stempel van. Die moet dus gelijk in mijn boekje!

Vervolgens lopen we richting het begin van de trail. Zoals voorspeld begint het te regenen, maar wij zijn voorbereid. De paraplu’s worden uitgeklapt maar vooral in de hand gehouden voor als het losbarst. Voor nu zijn die paar spetters eigenlijk wel fijn, want het is me toch een partij broeierig! Gevoelstemperatuur 33 graden, de hele dag. Dan weet je dat het waarschijnlijk een bewolkte dag gaat worden. Gelukkig zet de regen niet door en al voordat we bij de eerste bezienswaardigheid – het vooroudervereringshuis (ja, lees dát maar in één keer goed) van de familie 葉 Yeh – aankomen, is het al weer praktisch droog. De paraplu’s worden opgeruimd, en het muggenspul komt tevoorschijn. Iedereen spuit zich onder met een walm aan muntgeur. Het weert niet alleen de muggen, het koelt ook nog eens af, dus wij hebben gelijk het gevoel dat we lopen in een temperatuur van 25 graden. Een stuk prettiger, kan ik je vertellen.

We wandelen het paadje af. Dat gaat langzaamaan omhoog langs een beekje. (De route heet dan ook 大溝溪溪畔步道 Dagou Creek Trail.) Nu kabbelt het rustig, maar we kunnen ons zo voorstellen dat dat in andere jaargetijden anders is. Na ongeveer drie kwartier komen we boven bij de waterval. Deze is minder spectaculair dan die van 十分 Shífēn, maar toch wel erg leuk om te zien. We relaxen even onder een parasolletje (het regent weer even) en eten een uit Nederland meegebrachte gevulde koek. De zoetigheid gaat er goed in!

We besluiten dat we nog niet genoeg gelopen hebben, dus we besluiten nog verder te lopen. We volgen een ander bordje, de berg op naar boven. Daar komen die 57 trappen vandaan, want we beklimmen me toch een hoop trappen! Er komt geen einde meer aan, verschrikkelijk! Dan moet het uitzicht maar mooi zijn straks, boven. Dat blijkt wel zo te zijn: we kijken uit op een eindeloze hoeveelheid groene bergen. Echt heel gaaf om te zien! In de verte zien we ook de stad liggen met de Taipei 101, maar door de heiigheid blijft het bij een silhouet, helaasch. Vanaf Taipei Songshan Airport zie ik turboprops van Eva Air opstijgen. Ik vind het een vredig plaatje.

Achter ons is een grote, maar echt ontzettend afzichtelijke tempel. Lijkt wel alsof ze gewoon de lelijkste stenen de berg op hebben gesleept en daar dan maar een tempel van hebben gemaakt. Daar wil je als god toch niet in wonen? Naja… Misschien zijn de goden hier totaal niet haatdragend, maar ik zou toch wel jaloers neerkijken op alle andere veel mooiere stulpjes van m’n medegoden, als ik er eentje was en in deze tempel zou bivakkeren. Tsja, je woont als god ook maar in de tempel waar ze een beeld van je neerzetten. 🤷‍♀️

Oh, klein detail dat het vredige gevoel voor sommigen zal verstoren en voor anderen zal verdiepen: op de rand van de muur die ons beschermt tegen een heel erg diepe afgrond zitten luidsprekers gemonteerd waar in het Chinees mantra’s die eigenlijk Sanskriet zijn uit komen. Als je er naast staat is het best hard.

Sanskriet of Chinees? Ik zal die mantra’s even uitleggen.

Het zijn teksten die hardop opgezegd worden bij diensten. De teksten komen uit het Sanskriet, maar omdat weinig Chinezen dat konden lezen zijn ze fonetisch vertaald naar het Chinees. Dat gaat dan weer met Chinese klanken, waardoor het originele Sanskriet niet meer te verstaan is. Omdat de klanken enkel fonetisch zijn vertaald, betekent de brij aan Chinese karakters die het resultaat van deze vertaalslag is op zich ook helemaal niks meer. Als je het ziet, en niet weet wat het is, word je er gek van, kan ik je uit eigen ervaring vertellen.

Námó fótuó yé. Námó dámó yé. Námó sēngjiā yé. Námó guānzìzài púsà móhēsà. Jùdà bēixīnzhě. Dázhítā. Ǎn. Zhuójié luōfádǐ. Zhènduō mòní. Móhē. Bōdēn mí. Lǔ lǔ lǔ lǔ. Dǐsèzhā. Shuòluō ājiélì. Shāyèhōng. Báshāhē. Ǎn. Bōtàmó. Zhènduō mòní. Shuòluōhōng. Ǎn bálǎtuó. Bōdǎn míhōng.

Steeds maar weer. En nog een keer… en nog een keer… Dit zegt mij net zo veel als dat het jullie zegt.

碧霞宮 Bixia Temple

We gaan maar weer naar beneden. Andere weg. We lopen langs een autoweg. Via een klein paadje met trappen en nog een stukje autoweg komen we bij een andere tempel. Die ziet er wel gaaf uit (en enigszins alsof het een circus is), dus daar gaan we kijken. Er lijkt bijna niemand te zijn, maar voor de tempel, beetje ver weg, zit een mevrouw. Die komt naar ons toe. Ik vraag of we even mogen kijken. Dat mag van haar, maar ze vraagt ook of we willen bidden. Ik antwoord dat ik dat nog nooit gedaan heb en dat we het wel willen proberen. Ze neemt ons mee en allemaal krijgen we zeven stokjes wierook in onze handen. Vervolgens worden we langs alle verschillende beelden geleid. Overal moeten we drie keer buigen. Tegen het einde moeten we op bepaalde plekken een aantal stokjes wierook achterlaten. Eerst drie, dan twee, dan eentje, en dan nog eens eentje. Aan het eind zegt de mevrouw: “ga daar maar lekker in de schaduw zitten, hier is thee, en fruit, en snacks, eet maar, eet maar.” Er worden stoelen gepakt en in no time zitten we aan het fruit, thee, en koekjes. Een bijzondere ervaring die ik niet zo gauw zal vergeten. 😊

Na een halfuurtje pauze lopen we de weg verder af naar beneden. Bij de eerste convenience store die we tegenkomen stel ik voor om een ijsje te halen. Daar is iedereen wel voor. We verdubbelen we het aantal aanwezigen met onze komst en binnen, in de airco, anders houden die ijsjes het nogal kort vol, verorberen we onze (veelal) fruitijsjes. Lekker, ik heb een aardbeienijsje met pitjes erin! 😋

Daarna is het tijd voor lunch. Ik vind een noedelsoeptentje dat om half drie nog open is (de meeste zijn open voor lunch en avondeten en rusten daar tussenin). De soep gaat er als zoete koek in, heerlijk. Goed, dat vocht, en ook wat extra zout kan nu echt geen kwaad, met al dat zweten!

Bas komt met het idee om een muziektentoonstelling te gaan bekijken in de buurt van metrostation 昆陽 Kūnyáng, dus we gaan weer richting metro. Het is inmiddels vier uur, maar de tentoonstelling sluit pas om zes uur, en dat is genoeg tijd om er doorheen te lopen. We krijgen een koptelefoon op met Engelse audio en worden in een lift gezet naar de zesde verdieping. Daar hoor je, aan de hand van de kamer waar je in staat, de bijbehorende Engelse tekst. Nou vind ik zo’n audioding op je hoofd vaak vervelend, maar hier voegt het wel echt wat toe, en de tekst is niet vervelend. Bijbehorend voordeel is dat je wel weet wanneer je ergens te lang staat, want dan begint de audio van de desbetreffende kamer opnieuw.

Rondlopen in een Taiwanese muziektentoonstelling is best een ervaring. De muziekstijlen zijn namelijk identiek aan die in het westen, alleen je verstaat er geen fuck van. Het voelt half bekend, maar toch herken je er helemaal niks van. Het is leuk! Ik besluit dat het toch eens tijd wordt om wat Taiwanese liedjes aan mijn playlist toe te voegen. Er is er eentje die al in m’n hoofd is blijven zitten: 火車 Trein van 羅大佑 Lo Da-Yu (opent in nieuw tabblad). Ik ben niet verantwoordelijk voor ieder ander die dit liedje nu ook in z’n hoofd heeft.

Overigens vind ik het wel bijzonder, want dit liedje is dus in het Taiwanees, maar ik versta er überhaupt geen Chinese klanken meer in noch een Chinese taal. Het klinkt veel te ‘rond’, als je snapt wat ik bedoel. Ik snap wel dat Taiwanees anders klinkt (en sowieso klinkt alsof het veel meer klinkers heeft dan het Mandarijn), maar toch. Bijzondere ervaring. Alleen het woord ‘trein’ kan ik er na drie keer luisteren uithalen.

Ik vind het leuk dat we hier naar binnen zijn gegaan. Ik had het zelf nooit gedaan, maar ik ben wel heel blij dat ik nu iets heb ontdekt over Taiwanese popmuziek. Is toch een stukje historie! 😁 En daar meer van weten kan geen kwaad.

Na de tentoonstelling drinken we een kopje koffie, en dan gaan we op weg naar het avondeten: 小籠包 Xiǎolóngbāo, de bekende Taiwanese soepdumplings. We eten er ook nog wat 包子 bāozi en andere snacks bij, heel erg lekker allemaal! We eten overigens in een bekend restaurantje bij Yongkang Street. De prijzen zijn prima, maar het eten is er echt superlekker. Vanaf de straatkant zie je niet dat je er kunt zitten, je moet praktisch door de keuken heen lopen, naar boven, en daar zijn allemaal tafels en stoelen.

Na het avondeten gaan we nog even kijken bij 饒河夜市 Raohe Night Market voor een toetje. Daar is het me druk! Tering… Echt niet goed. Ik weet gelijk weer waarom ik eigenlijk een tyfushekel heb aan druktes en bekende nachtmarkten hier. Naja, op zoek naar het toetje. We scoren eerst een grote beker fruitsap, is wel nodig met de warmte. Langzaam worden we meegenomen met de stroom mensen, tot ik uiteindelijk ons toetje spot. Op het menu dat op het kraampje staat, staat iets in de trant van: “Boss English no good, when you Chinese no good point to food”. Die tekst wordt direct bewezen door wat er op het t-shirt van de toetjesmevrouw staat: “Ecstasy make me happy”. Als je dát vrijwillig aandoet, dan kan je inderdaad geen woord Engels…

In de metro terug vallen we allemaal bijna in slaap. Ons kleine beetje energie maken we op aan medelijden met de mensen naast ons, want wij moeten me toch een partij stinken… volledig doorgezweten en plakkerig van alle luchten en voedselrestanten die we al vanaf vanochtend met ons meedragen.

Eenmaal terug op mijn kamer weet ik niet of ik moet zitten of liggen, zo moe. Dat wordt vast goed slapen vanavond (en morgenavond ook).

Met bijna tweeduizend woorden is dit stukje de term ‘mand’ echt volledig waard, dus bij deze, jullie krijgen er een paar cadeau:

🧺🧺🧺