安雨雯 Annekee

安遊記

ān yóu jì · travel notes van Annekee

Taipei ’23 – dag 32: Wasbinden

Môgguh!

De laatste maandagochtend. Over een weekje ben ik weer thuis. Daar zie ik wel weer heel erg naar uit. Vroeger vond ik het allemaal niet zo’n probleem om alleen te zijn. Als enig kind dat op school een beetje buiten de boot valt wat betreft interesses leer je dat vrij gauw, kan ik je vertellen. Niets ten nadele van pap, mam, of mijn klasgenootjes. Ik vond kind zijn alleen stom. Ik vond alles wat mijn leeftijdsgenootjes belangrijk en leuk vonden eigenlijk helemaal niet leuk. Zat me vooral vaak af te vragen waarom ze een veel te grote speelgoedkoe in een veel te klein stalletje stopten. Da’s toch hartstikke uit verhouding? Dat kon mijn fantasie toen ik klein was in ieder geval niet aan. En zo gedroeg ik me ook, dat weet ik heel goed. Dus ik snap waarom ik niet echt vrienden had, maar ergens snap ik ook niet waarom ik nou specifiek zo was. Als je me nog volgt.

Naja. Ik ben er nu een beetje overheen, want als je de twintig eenmaal gepasseerd bent én je hebt een beetje leren kiezen in welke werelden je je wel en niet wil begeven, kom je langzaamaan steeds meer mensen tegen van jouw soort. Wat ook helpt is wat zelfvertrouwen krijgen en soms heel bot tegen mensen kunnen zijn. Tsja, als iemand iets doet wat je écht niet leuk vindt, en niet snapt dát je het niet leuk vindt, dan moet je ze dat soms heel direct vertellen. In ieder geval beter dan het maar laten gaan en er wel last van houden. Er zijn genoeg mensen waar ik het wel mee kan vinden, alhoewel mijn klasgenootjes dát nooit geloofd hebben. Dat spraken ze ook uit. En bedankt.

Heh, joke’s on y’all. I’m good now.

En ‘t gevolg van dat ik het nu wel naar m’n zin heb is dat ik het nu helemaal niet meer leuk vind om alleen te zijn. Ik kan mezelf nog steeds prima vermaken, maar ik vind gezelschap wel fijn en leuk. En dan het liefst gezelschap van mensen die ik wel een beetje goed ken. Hier met klasgenootjes gezellig wat eten en door de stad struinen is leuk, begrijp me niet verkeerd, maar het is wel anders dan thuis. Ik vind mijn wereld thuis leuk, en fijn. Wil ik gewoon weer naar terug. Het is hier goed geweest, maar fijn dat het stopt.

Vanochtend had ik van 11 tot 1 les. We zaten er weer met z’n vieren. Eén nieuw iemand, uit Hawaii. Verder waren er twee klasgenootjes die ik al ken. Er ontbrak er nog steeds een aantal, maar volgens de docent zitten we in een klas met mensen die ‘t geen klap uitmaakt dat ze hiervoor betaald hebben. Naja, misschien maar beter ook dat ze er niet zijn. Liever niet hier dan wel hier en niet opletten en iedereen tegenhouden.

Mening.

Ja.

Proteststand is geactiveerd. 🤣 Zal ‘m proberen te deactiveren, leest vast wat fijner.

De les was best relaxt. We hebben wat woordjes geleerd. Niks nieuws uit het boek. De docent schreef wel allemaal woorden op het bord die vooral gebruikt worden in de spreektaal in Taiwan. Dat vond ik vooral erg interessant. En leuk om te weten, voor ‘t geval je ‘t eens ergens kan gebruiken.

Daarna kregen we allemaal een pakje klei (?) slijm (?) Silly Putty (?) in onze handen.  Nog steeds geen idee. Het rook naar zeep. Het was te kneden. We moesten er dumplings van vouwen. Drie verschillende vormen hebben we geprobeerd. Het ging zo-zo. Was wel leuk om te doen hoor, maar ik vond mijn dumplingvouwkunsten met deze mysterieuze substantie niet goed genoeg om de dumplings ook echt mee naar huis te nemen, dus ze zijn in de vuilnisbak van de school beland. Het zag er écht niet uit.

Eenmaal thuis besloot ik om nog één keer te wassen. Dat komt omdat m’n handdoek stinkt. En daarmee gaan ook alle t-shirts die nu vies in de was zaten een keertje mee. Vind het ook onzin om vuile was te laten liggen. Na precies zevenenveertig minuten is de was klaar. Mijn eerste poging ophangen is geen succes. Het waait zo hard dat als ik de handdoek over de balk hang de balk zich transformeert in een giek en nogal hard heen en weer gaat waaien. Zo blijkt wederom dat ik nul zeilkunsten bezit. Ik krijg de balk bijna tegen mijn hoofd. Genoeg. Ik geloof ook nooit dat mijn kleren zo blijven hangen.

Anneknoop komt tevoorschijn. Die kennen pap en mam nog wel. Ik bond vroeger alles met touwtjes aan elkaar. En nu dus ook, maar nu val ik er geen volwassenen mee lastig, maar zorg ik ervoor dat ik vanavond niet vijf verdiepingen onder me op zoek hoef naar een verdwaalde handdoek, een blauw t-shirt, een wit-groene slaapbroek, en nog wat andere kledingstukken.

Het schouderbandje van een tasje dat ik mee heb en het schouderbandje van mijn nieuwe Switchhoesje rijg ik vakkundig door de armgaten van alle t-shirts heen. Beide kanten gaan vast aan een van de tanden die al aan het wasrek zitten. De broeken bind ik vast met het touwtje dat er al in zit. Een lange slaapbroek ongeveer hetzelfde, het touwtje om mijn middel houdt in dit geval beide pijpen vast. Ook de handdoek zit vast, half met schouderbandje, half met een haarelastiekje. Anneknoop is tevreden.

Daarna ga ik nog even op zoek naar twee slaapshirts. Dat was me gisteren namelijk nog niet gelukt. Ik ga richting station 中山 Zhongshan. Daar is een Decathlon, en daar wil ik ook nog twee sportbroeken kopen. Dat laatste loopt al gauw spaak. De Decathlon accepteert geen cash, en ik heb geen zin om met een pinpas te betalen. Heb immers net geld gepind.

Uniqlo dan maar. Daar vind ik geen sportbroek. Helaas. Vervolgens nog maar even naar Muji, daar vind ik wel de slaapshirts die ik zoek. Mooizo! Ook geen sportbroek, maar dat heb eigenlijk al opgegeven. Ik ga thuis wel kijken. Nou maar via de supermarkt naar huis. Vanavond stokbroodje en wat fruit, want ik heb vanmiddag al veel (en warm) gegeten.

Tot morgen, lieve lezers!

🧺